maandag 21 augustus 2017

Kosten ongevallen in jouw bedrijf je bakken vol geld?

Ik viel voor Alex. Letterlijk. Nota bene aan de arm van mijn eigen vent! Het was die verdomde loszittende stoeptegel die ik over het hoofd zag toen ik Alex wilde groeten die ons op hetzelfde voetpad tegemoet liep. Voordat ik het in de gaten had struikelde ik in zijn armen. Geen nieuwe romance, wél een hernieuwde kennismaking met iemand die zich niet alleen zorgen maakt over de veiligheid in de stad, maar die vooral een manier zoekt om zijn medewerkers bewust te maken van (zeer) onprettige situaties die zich voor kunnen doen wanneer veiligheidsvoorschriften niet worden nageleefd.

Zieke medewerkers kosten veel geld
Met een licht verstuikte voet belanden we gelukkig niet in het ziekenhuis. We besluiten onze hernieuwde kennismaking op het terras voort te zetten. Ik schat dat Alex en ik elkaar zo’n 20 jaar geleden voor het laatst spraken. Dat was tijdens een klus voor een gezamenlijke opdrachtgever. Niet veel later startte Alex zijn eigen houtverwerkingsbedrijf. Inmiddels telt dat bedrijf circa 100 medewerkers, waarvan er momenteel 8 in de ziektewet zitten. Waarschijnlijk door het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften. “8%! Weet je wat me dat kost? Minimaal 200 euro per medewerker per dag! En dat terwijl er overal beveiligingsinstructies hangen waar men zich simpelweg aan moet houden!”

Aan de instructies ligt het niet…
Alex vervolgt zijn verhaal en geeft aan dat in samenspraak met de Arbodienst een compleet veiligheidsplan is opgesteld. Hierin staat uitvoerig beschreven aan welke veiligheidseisen het bedrijf moet voldoen. Ook wordt aandacht besteed aan signalering en beschrijvingen. Veiligheidspictogrammen zijn een belangrijk middel om de veiligheid in bijvoorbeeld de fabriek te vergroten. Procesbeschrijvingen zijn via het intranet te raadplegen. Daarnaast hangt in iedere ruimte met daarop puntsgewijs een overzicht wat te doen in geval van nood. Uiteraard staat daar het nummer van de bedrijfshulpverlener op én hangt er op iedere verdieping een AED (inclusief instructie). Ook weten de medewerkers dat zij een helm moeten dragen.

Bewustwording
Waar Alex mee zit is dat medewerkers in de dagelijkse praktijk niet altijd de veiligheidsinstructies naleven: “Deze worden slecht gelezen of zelfs helemaal niet. Ook de kwaliteit van de informatie is zeer wisselend. Lastig up-to-date te houden ook. En daarbij, zo’n helm bijvoorbeeld zit natuurlijk niet altijd even prettig en ook zonder gaat het vrijwel altijd goed. Wat te doen? Een sanctie opleggen? Voorlichting geven? Hoe maak ik mijn medewerkers ervan bewust dat het vooral in eigen belang is om de voorschriften te hanteren? Dat, als je dat niet doet, de gevolgen desastreus kunnen zijn?”

Informatie die raakt
Ik vertel Alex dat als alle voorlichting louter bij zakelijke informatie blijft, ik geen verandering voorspel. Medewerkers worden niet geraakt door kille instructies aan de wand. De informatie moet eigenlijk op een meer toegankelijke en indringende manier gepresenteerd worden. Op een manier die raakt. Pas als er daadwerkelijk iets misgaat en door de consequenties van het ongeval beelden worden gevormd, realiseert men zich opeens hoe dit voorkomen had kunnen worden.

Voorkomen beter dan genezen
Het niet in alle gevallen naleven van de veiligheidsinstructies geldt overigens niet alleen voor Alex’ bedrijf. Veel (productie)bedrijven hebben hun veiligheidszaken ‘op papier’ prima op orde. Toch spreken deze helaas niet of weinig tot de verbeelding. Om meer bewustwording over onveilige situaties te creëren, is het belangrijk dat praktijksituaties een verhaal krijgen. Verhalen helpen namelijk betekenis te geven aan wat er gebeurt. Verhalen maken complexe informatie begrijpelijk. Een goed verhaal raakt en neemt de lezer, luisteraar of kijker mee in een bepaalde richting. Een goed verhaal zorgt voor inleving en vertelt op een toegankelijke manier jouw boodschap. Ik leg Alex dan ook het volgende voor

“12 steden, 13 ongelukken”
Op mijn vraag of Alex zich de televisieserie ’12 steden, 13 ongelukkig’ nog herinnert, reageert hij positief: “Dat was toch die dramaserie over ongelukken waarin waargebeurde situaties werden gereconstrueerd?” Juist, die serie waarin altijd naar het punt werd toegewerkt waarop uiteindelijk een ongeluk gebeurde. De gevolgen hiervan voor zowel slachtoffer als familie werden uitvoerig besproken. Hoe had dit ongeluk kunnen gebeuren? Sterker nog: hoe had het kunnen worden voorkomen? Waarom zet Alex geen storytelling in? Bijvoorbeeld op film. De manier bij uitstek om wat abstract is, een emotionele lading te geven. Om de effecten van een goede naleving van de veiligheidsvoorschriften goed over het voetlicht te brengen.

“Via film het verhaal dus, maarre… hoe zorg ik ervoor dat deze filmpjes ook daadwerkelijk bekeken worden?” vraagt Alex.

Belonen werkt
De filmpjes (hooguit 2 minuten per situatie) stel je beschikbaar via een bedrijfsapp. Iedere keer dat een medewerker één van de filmpjes heeft bekeken, wordt hij beloond. Hoe en waarmee is natuurlijk aan Alex. Maar ik stel me voor dat de beloning iets omvat, wat niet alleen de medewerker, maar ook zijn privésituatie raakt. Want, hoe groter de betrokkenheid ‘thuis’, des te meer verantwoordelijkheid hij niet alleen voelt, maar ook neemt. En mocht iemand niet over een mobile device beschikken, dan overleg je andere manieren waarop de medewerker aantoont dat hij de voorlichting tot zich genomen heeft. Als de medewerkers in de praktijk daadwerkelijk het gewenste gedrag vertonen, laat managers dat dan vooral belonen met complimenten. En, last but not least: goed voorbeeld doet goed volgen!

Alex knikt tevreden. Waar een loszittende stoeptegel al niet toe kan leiden hoor ik hem denken. Daarover: “Ik zal dit morgen aan de gemeente melden. O ja, en met mijn voet gaat het weer prima hoor!”

Diana de Groot | UITverGROOT helpt jou of je organisatie als je geen woorden hebt om je te positioneren. Samen ontdekken we de kern van de boodschap, met behoud van eigen waarden, voortbordurend op wie jij bent of wie je wilt zijn. Als bedrijf of als individu. Je krijgt eigen smoel. Je spreekt klare taal. Jouw verhaal schudt mensen wakker. Kortom: een identiteit om trots op te zijn.

maandag 14 augustus 2017

Wouter Berns: StoryPainter

Over verhalen. Die plekken en gebeurtenissen betekenis geven. Die jou en mij weten te beroeren. Verhalen die raken en laten zien waar we vandaan komen. Ons meenemen in mijmeringen waar we naar toe willen. Over de vertellers die essentieel zijn om het verhaal te duiden. Niet alleen in woord of op ‘schrift’, maar ook in beeld. Juist beeld laat veel aan eigen interpretatie over. Althans, dat zegt Story Painter Wouter Berns, die me via een rondleiding langs zijn werk in de expositie ‘De omloop van de verbeelding’ een inkijk geeft in zijn eigen verhaal. En uiteraard zijn dromen…

Als ie maar geen voetballer wordt…
Wouter (1970) lijkt voorbestemd om ‘iets’ in de sport te doen. Zijn talent op het voetbalveld blijft niet onopgemerkt door scouts van De Graafschap, waar hij wordt opgeleid. Een kapotte knie gooit op 15-jarige leeftijd roet in het eten en dat ‘iets in de sport’ vindt zelfs geen weerslag in een functie als fysiotherapeut of sportleraar. Wouter: “Een illusie armer, besloot ik de vakken scheikunde en biologie uit mijn pakket te gooien en deze te vervangen door tekenen. Mijn moeder, de creatieveling in onze familie, spoorde me aan om meer te doen met mijn tekentalent. Iets wat absoluut geen straf was! Vol overgave stortte ik me op het tekenen van strips, karikaturen en kocht al snel een set olieverf. Ik leefde me uit op de onderkant van veilingkistjes. Op dat moment had ik al een onbedwingbare behoefte om juist die dingen of situaties te schilderen die er echt uitzien, maar toch niet kunnen.”

Kampen: ‘the place to be?’
“Als scholier en beginnend schildertje reisde ik vaak met de trein van Zevenaar naar Arnhem om daar het gemeentemuseum te bezoeken en voordelige kunstboeken te kopen bij De Slegte. Voorbeelden en inspiratoren waren bijvoorbeeld kunstschilders als Jan Mankes, Emil Schumacher, Pyke Koch en Carel Willink. In plaats van de geplande sportcarrière, oriënteerde ik me op een geschikte kunstopleiding. Een leraar tipte mij over zowel een geschikte opleiding als stad. Op een dag pakte ik de trein naar deze stad, Kampen. Met mijn portfolio liep ik de brug over naar de Kunstacademie in de Van Heutzkazerne. Na dit bezoek stond mijn besluit al snel vast. Hier wil ik zijn. Vanaf de start van mijn opleiding woonde ik dan ook in Kampen. De jaren ’90. Een tijd waarin mijn studiegenoten en ik ons gedroegen als speelse liberalen, maar waar ik me tegelijkertijd serieus stortte op het schildersvak. In 1992 studeerde ik af. Eén jaar sneller dan de geplande 5 jaar. Niet omdat ik nu per se zo extreem goed was, maar omdat de docenten zagen wat ik wilde qua stijl. Ze vonden me er klaar voor. Ik was – toen al – Story Painter.”

Inspiratoren
“Eén van mijn eerste opdrachten was het schilderen van de heilige Martinus in een altaar. De Martinuskerk in Oud-Zevenaar had een ander altaar gekregen. Eén waarin een afbeelding van de heilige Antonius stond. Dat kon natuurlijk niet. Wanneer ik door een kerk loop, zoek ik altijd de verbeelding. De kerk is bij uitstek een plek van verhalen, waarbij de beelden vertellen en je uitdagen op zoek te gaan naar je eigen verhaal. Hoe raakt het jou? Sterke en volwassen emotie vind ik vooral in de werken van grootmeesters als Rubens en Rembrandt. Uiteraard laat ik me naast ‘beeld’ ook inspireren door taal. Gesproken of geschreven. Mythologische verhalen hebben veel invloed op mijn werk, maar ook verschillende verhalenvertellers van nu weten me te raken en zetten me aan het denken. Joseph Campbell en ‘The hero with the thousand faces’ is daarvan een goed voorbeeld.”

Spiegelen
“Inspiratie doe ik dus niet louter visueel op. Ik creëer een verhaal en verbeeldt het op mijn manier. Ik schilder dan ook eerst in mijn hoofd. Het verhaal dat borrelt in mijn onderbuik vertaal ik daar naar beeld. En dan ga ik aan de slag met het doek, de verf en penseel. Dat is puur aards, zweten zelfs! Gelukkig heb ik onderhand veel ervaring en beheers ik de technieken steeds beter, waardoor ik alle inspiratielagen geduldig weet aan te brengen op het doek. Al met al duurt het hele proces van idee of werk in opdracht tot oplevering vaak minimaal een jaar. Schilderen is losgaan. Schilderen is spelen. Ik ben verslaafd aan creëren. Kan niet zonder. Heb het spelen nodig om die monnik te kunnen zijn. Via mijn werk vertel ik een verhaal wat vervolgens bij iemand anders weer een andere - persoonlijke - interpretatie oplevert. Mijn werk spiegelt. Maar de ziel van de ander, de kijker, ken ik niet. Is onbekend en ongrijpbaar. Wil je me zien of niet? Laat jij je kennen of niet? Hoe vertaal jij? En uiteindelijk moet ik het schilderij loslaten. Daar heb ik best moeite mee. Of het nu een opdracht of vrij werk is, ik kan het pas laten gaan als ik er letterlijk en figuurlijk klaar mee ben. En in mijn geval is dat wanneer ik weer gepakt wordt door een nieuw verhaal. Als blijkt dat daar ruimte voor is, zet ik mijn signatuur eronder.”

Foto: Marieken Westerink
Omloop van de verbeelding
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig kunstenaarsjubileum exposeert Wouter momenteel (tot 9 september 2017) in de Boven- of Sint Nicolaaskerk. Wouter: “Deze kerk nodigt uit. Van buiten lijkt het net een onneembare vesting, maar eenmaal binnen biedt deze plek zoveel ruimte en openheid. De ‘match’ tussen mijn werk en deze kerk is onverwacht een schot in de roos. Ik kan me geen betere gelegenheid voorstellen. Hoe fantastisch komt bijvoorbeeld ‘De heilige Nicolaas’ tot zijn recht. Zie het licht dat vanaf het schilderij door de geweldige glas-in-loodramen erboven gewillig haar weg naar buiten vindt. Deze kerk heeft iets magisch. Zorgt voor een extra verdieping van mijn werk.” Niet alleen tref je werk van Wouter in De Bovenkerk, ook nodigde hij een aantal kunstvrienden uit om hun werk tentoon te stellen. Want: “Een feestje vier je niet alleen!”, aldus Wouter.

Droom of ratio?
“Ik leef mijn droom. Ben hoofdrolspeler in mijn eigen film. Dat geeft een machtig gevoel. En dan doel ik niet op macht in de zin dat ik beheers. Wel dat ik ‘beheer’. Ik vergelijk dit gevoel met de tuin van mijn atelier in Frankrijk. Eén die zich kenmerkt door gigantische wildgroei. Binnen een bepaalde ruimte laat ik dat gebeuren. Dat is een basisovertuiging van mij.
 Ik kan geen ‘stop’ op mijn gedachtespinsels zetten. Die staan aan de basis van verhalen op het doek. Die worden gevoed door invloeden van buitenaf, maar ook door mijn eigen fantasieën en dromen. Helaas slaat de rationele wereld veel dromen murw. Hoewel ik wel vermoed dat er sprake is van een kanteling. Het besef dat ‘doen wat je wilt’ vaak begint met dromen. Die heb je zelf in de hand. De uitvoering ervan is niet altijd makkelijk en vergt veel inzet en doorzetten. Een schilderij maken is een draak doden. Ik houd van die strijd. Ik leef mijn eigen droom meer en meer. Een droom uitvoeren vergt ook léf en het begint met doen. Ik leef in het nu. Probeer het in ieder geval. Iets wat mij echt niet altijd lukt, maar de zwarte kanten daarentegen heb ik wel nodig om te zijn waar ik wil, wie ik wil zijn en wat ik wil doen.”

Vrijheid van interpretatie
Verbinding. Dat woord schiet me direct te binnen als je vraagt welke droom ik voor Kampen heb. Alleen in geval van verbinding kunnen dromen werkelijkheid worden. Kampen is een mooie gemeente met een mooie stad. Een stad waarin heel veel warmte aanwezig is. Laten we vooral blijven delen. Op zich gebeurt dit best goed, maar als we niet uitkijken, raken we elkaar kwijt. Bijvoorbeeld door polarisatie en angst. Maar waarvoor zijn we bang? Media en politiek wakkeren angst aan en angst maakt van dromen nachtmerries. Prometheus vind ik hiervoor een mooi symbool. Deze mythologische creatieve geest, bracht mensen wederzijds respect bij en leerde hen vooruit te zien. Zijn naam wordt dan ook verklaard als ‘De vooruitdenkende’. Stel hem voor in een totalitaire regime. Iemand die bang is durft niet te dromen. Machteloosheid komt dan eerst. Ruimte voor ontdekking en ontwikkeling is nodig. Verrijk elkaar. Luister naar elkaar. Verbind. In ‘De omloop van de verbeelding’ toon ik verhalen op de plek waar verhalen horen. En iedereen mag ermee doen wat hij wil. De essentie van verbinding is dat je anderen jouw waarheid niet opdringt, maar juist ruimte creëert voor ieders persoonlijke interpretatie.”


Meer informatie over Story Painter Wouter Berns en de expositie: Story Painter Wouter Berns