Na een heerlijk
weekend samen, nemen mijn dochter en ik op Hauptbahnhof Berlin afscheid. Zij
blijft nog een tijdje in de Duitse hoofdstad voor haar werk. Ik mag in
Nederland weer aan de slag. Wanneer ik de treincoupé instap, kijkt mijn
medepassagier nauwelijks op van haar boek. Ik nestel me tevreden in de
gereserveerde stoel. Een ‘social talk’ voorzie ik niet tijdens de ruim 7 uur
durende terugreis. Ik pak daarom eveneens een boek en probeer me daar in te
verdiepen. Amper een half uur onderweg word ik echter afgeleid door het gezucht
en gesteun van mijn overbuurvrouw.
Binnenkort een presentatie geven?
Het ergert me. Terloops laat ik mijn blik een paar keer onderzoekend over de vrouw tegenover me glijden. Ik schat haar rond de 45 jaar. Nervositeit bespeur ik. Wanneer ze me uiteindelijk aankijkt, meen ik zelfs iets van wanhoop in haar ogen te zien. Ik trek de stoute schoenen aan en vraag of het wel goed gaat. Met een geforceerd lachje probeert ze me gerust te stellen en maakt aanstalten verder te lezen in haar boek met de titel: ‘De kracht van het presenteren’. Nu nóg meer geïnteresseerd in de persoon tegenover me waag ik een nieuwe poging om met haar in contact te komen. “Binnenkort een presentatie geven?”, vraag ik schijnbaar argeloos. Die vraag is een schot in de roos. Geschrokken reageert ze. Heel open zelfs.
Het ergert me. Terloops laat ik mijn blik een paar keer onderzoekend over de vrouw tegenover me glijden. Ik schat haar rond de 45 jaar. Nervositeit bespeur ik. Wanneer ze me uiteindelijk aankijkt, meen ik zelfs iets van wanhoop in haar ogen te zien. Ik trek de stoute schoenen aan en vraag of het wel goed gaat. Met een geforceerd lachje probeert ze me gerust te stellen en maakt aanstalten verder te lezen in haar boek met de titel: ‘De kracht van het presenteren’. Nu nóg meer geïnteresseerd in de persoon tegenover me waag ik een nieuwe poging om met haar in contact te komen. “Binnenkort een presentatie geven?”, vraag ik schijnbaar argeloos. Die vraag is een schot in de roos. Geschrokken reageert ze. Heel open zelfs.
Murw geslagen medewerkers
“Morgenvroeg moet ik voor de troepen staan. Mijn ‘troep’ welteverstaan. En die bestaat uit 350 medewerkers. Ik moet ze vertellen dat hun huidige werk verandert. Het goede nieuws is dat er geen ontslagen vallen. Wel is er sprake van een interne verschuiving. Het is de zoveelste in jaren. En ik ben de zoveelste directeur op rij die mag vertellen hoe het verandertraject er uit ziet. In de korte tijd dat ik voor dit bedrijf werk, valt het me op dat medewerkers enigszins murw geslagen zijn. Mijn grootste uitdaging is om deze mensen weer te laten stralen. De kromme ruggen moeten weer worden gerecht. Hoe houd ik ze geïnspireerd? Betrokken? Hoe maak ik duidelijk dat ik ze juist nu nodig heb?”
“Morgenvroeg moet ik voor de troepen staan. Mijn ‘troep’ welteverstaan. En die bestaat uit 350 medewerkers. Ik moet ze vertellen dat hun huidige werk verandert. Het goede nieuws is dat er geen ontslagen vallen. Wel is er sprake van een interne verschuiving. Het is de zoveelste in jaren. En ik ben de zoveelste directeur op rij die mag vertellen hoe het verandertraject er uit ziet. In de korte tijd dat ik voor dit bedrijf werk, valt het me op dat medewerkers enigszins murw geslagen zijn. Mijn grootste uitdaging is om deze mensen weer te laten stralen. De kromme ruggen moeten weer worden gerecht. Hoe houd ik ze geïnspireerd? Betrokken? Hoe maak ik duidelijk dat ik ze juist nu nodig heb?”
Hoe verwoord ik mijn boodschap in één
speech?
Ik vraag mijn reisgenote naar haar eigen werkervaringen: “Dat is het wrange. Ik heb zelf regelmatig verandertrajecten meegemaakt. Ooit was ik de lamgeslagen medewerker. Ik besloot derhalve te vertrekken bij mijn vorige werkgever. Ik was niet de enige. Menig collega verloor het geloof. Niet in de aard van het bedrijf, wel in de koers die gevaren werd om veranderingen door te voeren. Wij voelden ons niet betrokken. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat als je het beste uit je bedrijf wilt halen, je eerst het beste uit je mensen moet halen. Nagaan hoe ze denken en hoe ze met elkaar omgaan. Hoe dit denken en samenwerken de basis kan zijn voor vernieuwing”.
Ik vraag mijn reisgenote naar haar eigen werkervaringen: “Dat is het wrange. Ik heb zelf regelmatig verandertrajecten meegemaakt. Ooit was ik de lamgeslagen medewerker. Ik besloot derhalve te vertrekken bij mijn vorige werkgever. Ik was niet de enige. Menig collega verloor het geloof. Niet in de aard van het bedrijf, wel in de koers die gevaren werd om veranderingen door te voeren. Wij voelden ons niet betrokken. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat als je het beste uit je bedrijf wilt halen, je eerst het beste uit je mensen moet halen. Nagaan hoe ze denken en hoe ze met elkaar omgaan. Hoe dit denken en samenwerken de basis kan zijn voor vernieuwing”.
De mens centraal; de kern van alle
innovatie
Hoe zit het met de kwaliteiten van de huidige medewerkers? Daniëlle (zo weet ik inmiddels): “Het bedrijf waar ik nu werk heeft zoveel expertise in huis! Ik wil de medewerkers juist stimuleren om mee te denken over de meest innovatieve manier om de benodigde veranderingen door te voeren. Ik wil eigenlijk niet alleen het beste uit mijn mensen halen. Ik wil het beste benutten! Een omgeving creëren waar ruimte is voor creativiteit. Ik wil de mens centraal zetten. Wat mij betreft de kern van alle innovatie.”
Hoe zit het met de kwaliteiten van de huidige medewerkers? Daniëlle (zo weet ik inmiddels): “Het bedrijf waar ik nu werk heeft zoveel expertise in huis! Ik wil de medewerkers juist stimuleren om mee te denken over de meest innovatieve manier om de benodigde veranderingen door te voeren. Ik wil eigenlijk niet alleen het beste uit mijn mensen halen. Ik wil het beste benutten! Een omgeving creëren waar ruimte is voor creativiteit. Ik wil de mens centraal zetten. Wat mij betreft de kern van alle innovatie.”
Medewerkers samen verantwoordelijk
Wanneer ze even stil valt, zie ik mijn kans opnieuw schoon en vraag haar naar de kern van de veranderboodschap. Wat wil ze morgenvroeg concreet aan haar medewerkers vertellen? Ik merk dat Daniëlle even aarzelt voordat ze antwoord geeft.
Wanneer ze even stil valt, zie ik mijn kans opnieuw schoon en vraag haar naar de kern van de veranderboodschap. Wat wil ze morgenvroeg concreet aan haar medewerkers vertellen? Ik merk dat Daniëlle even aarzelt voordat ze antwoord geeft.
“Ik was
eigenlijk van plan om de grauwe harde feiten op tafel te leggen, maar ik geloof
dat ik mijn boodschap omgooi. Ik ga niet alleen informatie ‘zenden’. Vooral wil
ik de medewerker met al zijn kennis en ervaring betrekken bij het ontwerpen van
de verandering en de uitvoering ervan. Eigenlijk wil ik samen met hen de verandervisie
maken. Op dit moment loop ik, samen met een selecte club adviseurs, voor op de
rest. En die rest is mijn ‘troep’. Deze medewerkers wil ik vanaf het begin al
actief betrekken. En dat bereik ik alleen wanneer ze mee kunnen denken over het
‘waarom?’ Ik wil de creativiteit en talenten van mijn medewerkers aanboren. Ze
mee laten denken, waardoor ze mogelijk zelfs nieuwe kanten van zichzelf
ontdekken.”
De (persoonlijke boodschap van de)
leider?
Ik ben benieuwd hoe Daniëlle haar eigen rol als directeur in het verandertraject ziet. Gaat zij daar morgenvroeg ook nog iets over vertellen? Daniëlle: “Ik realiseer me dat ik dit keer niet voor een snelle oplossing wil gaan. Vanuit eigen ervaring weet ik dat dit niet werkt. En dat vertel ik morgen. Mijn persoonlijk verhaal illustreert exact waar de schoen wringt in een veranderproces. Ik besef dat ik me best kwetsbaar mag opstellen. Misschien zelfs moet opstellen. Ik heb met hetzelfde bijltje gehakt. Ik hoop dat mensen zich herkennen en aangesproken voelen. Ik kan geen enthousiasme veinzen. Daar prikken ze dwars doorheen. Wel hoop ik dat de boodschap helder is en dat men zich aangesproken voelt en mee wil werken om deze verandering succesvol te laten verlopen.”
Ik ben benieuwd hoe Daniëlle haar eigen rol als directeur in het verandertraject ziet. Gaat zij daar morgenvroeg ook nog iets over vertellen? Daniëlle: “Ik realiseer me dat ik dit keer niet voor een snelle oplossing wil gaan. Vanuit eigen ervaring weet ik dat dit niet werkt. En dat vertel ik morgen. Mijn persoonlijk verhaal illustreert exact waar de schoen wringt in een veranderproces. Ik besef dat ik me best kwetsbaar mag opstellen. Misschien zelfs moet opstellen. Ik heb met hetzelfde bijltje gehakt. Ik hoop dat mensen zich herkennen en aangesproken voelen. Ik kan geen enthousiasme veinzen. Daar prikken ze dwars doorheen. Wel hoop ik dat de boodschap helder is en dat men zich aangesproken voelt en mee wil werken om deze verandering succesvol te laten verlopen.”
Daniëlle’s blik
dwaalt naar buiten, in gedachten glijden haar ogen vanuit de coupé over het
landschap. We naderen de Nederlandse grens. Opeens draait ze zich om, slaat het
boek met een luide klap dicht en kijkt me lachend aan: “Ik realiseer me dat ik
met behulp van jouw vragen mijn speech eigenlijk al klaar heb! En dat ik morgen
helemaal geen vervelende boodschap hoef te brengen. Integendeel, ik heb er zin
in!”
Vind jij het
ook lastig om tot de kern van je (verander)boodschap te komen?
Diana de Groot | UITverGROOT helpt jou of je organisatie als
je geen woorden hebt om je te positioneren. Samen ontdekken we de kern van de boodschap,
met behoud van eigen waarden, voortbordurend op wie jij bent of wie je wilt
zijn. Als bedrijf of als individu. Je krijgt eigen smoel. Je spreekt klare
taal. Jouw verhaal schudt mensen wakker. Kortom: een identiteit om trots op te
zijn.